We kennen het allemaal wel, denk ik. Je hebt ondertussen al drie keer op een rustige manier gezegd dat duwen niet oké is en je dus wilt dat hij ermee stopt. Of je bent al tien minuten aan het proberen om de tanden van je kind te poetsen, maar zonder succes. Zoiets als tandenpoetsen moet nu eenmaal dus ze niet poetsen is geen optie. Wat doe je als de grenzen die je rustig en beleefd aangeeft, niet gerespecteerd worden?
Vaak wordt er dan gezegd dat er een consequentie moet volgen, dat ze moeten leren dat het niet kan. Een typisch voorbeeld is wanneer een kindje geregeld een ander kind bijt en het advies is “om terug te bijten”. Hij zal ’t wel voelen dan. Voor mij persoonlijk voelt dat niet goed en gelukkig zijn er ook andere manieren om toch grenzen te stellen.
Laat je eigen gevoelens zien.
Ben je boos dan mag je dat best laten zien. Stel dat je kind, opnieuw, op de muur getekend heeft en je woedend bent. Zeg dat dan ook: “Ik ben enorm boos dat je op de muur tekende.” Laat het “Ik heb al zo vaak gezegd dat het niet mag.” achterwege. Slik het in. Als de situatie het toelaat, als iedereen veilig is, kan je eventueel ook zeggen dat je je even terugtrekt om terug rustig te worden en dat je later terugkomt. Je kan enkel liefdevol begrenzen als je ook liefde voelt. Ik weet niet hoe dat bij jou zit, maar als ik boos ben, is er op dat moment vooral veel woede en weinig liefde te voelen. Als ik dan begrens, is het vanuit kwaadheid en niet vanuit liefde. Terugtrekken in de mate van het mogelijke is dan de boodschap.
Bekijk de situatie vanuit zijn gezichtspunt.
Achter elk gedrag zit een behoefte. Er is een reden waarom je kind zich gedraagt zoals het zich gedraagt. Stel dat hij zijn broer beet. Probeer dan zicht te krijgen op de situatie en omschrijf dat. “Ik denk dat je je broer beet omdat je het niet leuk vindt dat hij aan jouw blokken komt. Klopt dat?”. Je kan daarna verder uitleggen dat hij boos mag zijn en dit mag laten zien. Alleen is bijten niet oké omdat hij dan iemand anders pijn doet. Probeer hierbij het woordje “maar” te vermijden. Je veegt daarmee alles wat je eerst zei van de tafel.
Leg uit waarom iets moet of niet kan.
Zelfs als snappen ze er niks van. Zelfs al is het de 358e keer dat je het uitlegt. Kinderen begrijpen of onthouden niet alles van de eerste keer. Daarnaast is het voor hen ook moeilijk om een rationele reden te gebruiken om zichzelf een halt toe te roepen. Zeker wanneer er hevige emoties in het spel zijn.
Maak er een spel van.
Neem nu het tandenpoetsen. Dat is iets dat moet, maar dat de meeste kindjes niet plezant vinden. Als je er de energie voor hebt, kan je hier een spel van maken. Bij ons thuis gaat de tandenborstel elke avond op zoek naar het eten van die dag om alles goed weg te schrobben. Dat helpt. Ook zingen kan of een tandenborstel die de verkeerde dingen poetst zoals bv. de neus, de oren, de buik …
Hetzelfde met het insmeren met zonnecrème: maak er een spel van. Teken bijvoorbeeld iets en laat je kind raden wat dat is. Daarna moet de tekening weggeveegd worden voor een nieuwe (ergens anders).
Geef zoveel mogelijk keuzes.
Om nog eens terug te komen op het tandenpoetsen: je kan niet de keuze geven om het wel of niet te doen. Waarin kan je dan wel een keuze geven? Wanneer je kind zijn tanden wil poetsen: voor of na het bad? Waar: in de badkamer of in de keuken? Hoe: al liggend of al staand? Wij hebben zelfs, per toeval wel, twee tandenborstels: een elektrische en een gewone. Ze kiest dan of ze de tanden wil poetsen met “Gewoontje” of met “Bibbertje”.
Bijten in de arm van broer kan niet, maar bijten in een kussen of op een bijtring kan wel.
Soms vraag het enige creativiteit om ze toch een keuze te geven, maar het loont omdat ze op die manier toch een stukje zeggenschap krijgen.
Geef zelf het voorbeeld.
Als het de regel is om je schoenen uit te doen voordat je binnen gaat, doe dan zelf altijd je schoenen uit. Als je kind elke dag een halfuur schermtijd krijgt, zit dan zelf geen hele dag op je smartphone te tokkelen. Kinderen leren het meeste uit imitatie. Doe daar je voordeel mee.
En wat als het dan nog niet werkt?
Probeer dan eens om hem te betrekken bij de oplossing. Niet op het moment dat je er middenin zit. Dat werkt niet. Ga op een later moment eens rustig babbelen. Erken zijn gevoel. Beschrijf het probleem, welk gevoel het jou geeft, wat je nodig hebt en welke wens je hebt. Daarna ga je samen ideeën bedenken en opschrijven. Schrijf alles op, ook de zotste dingen. Die worden er daarna uitgefilterd wanneer jullie samen bekijken welke ideeën jullie oké vinden. Uiteindelijk blijft er één oplossing, of een paar, over. Die ga je uitproberen.
Ook bij jonge kinderen kan je dit doen. Je gaat hen wat op weg moeten helpen bij het bedenken van oplossingen, maar na een tijdje ga je merken dat ze zelf ook haalbare ideeën hebben.
Even een concreet voorbeeld: je kind tekende al verschillende keren op de muur. Je begint je gesprek met te zeggen dat je merkt dat ze graag tekent op andere dingen dan gewoon papier. Daarna leg je uit dat jij het niet leuk vindt dat ze op de muur tekent omdat je die dan telkens moet afwassen of omdat die net geschilderd is of … Je vertelt dat je ideeën nodig hebt voor andere dingen waarop ze kan tekenen zodat ze de muur niet meer gebruikt.
Jullie bedenken allebei ideeën: de vloer, een doos, een raam, een vel papier tegen de muur, een lap stof, haar handen … Daarna bekijken jullie samen welke ideeën jullie allebei goed vinden. Vertel dat je de vloer geen goed idee vindt omdat je die ook weer proper moet maken. Wat wel kan is een doos, een vel papier tegen de muur of een lap stof. Ook hier kan je weer creatief zijn. Het raam hebben wij hier thuis liever niet, maar ik gaf haar in plaats daarvan het glas uit een fotokadertje.
Probeer de ideeën daarna uit. Werkt het nog niet? Ga opnieuw samen zitten en bespreek het opnieuw.
Twee kanttekeningen
Nog even een kleine kanttekening wanneer je kind het lastig heeft om grenzen te aanvaarden: zijn er misschien te veel grenzen? Wanneer een kind het gevoel heeft dat het niks zelf kan kiezen of beslissen, wordt het voor hem heel moeilijk om grenzen die wel belangrijk zijn te aanvaarden. Bekijk dus eens of je misschien wat vaker iets kan toelaten in plaats van het te verbieden. Bij ons is het bijvoorbeeld wel toegestaan om te tekenen op haar handen. Of om naar boven te klimmen op een glijbaan want geef nu toe: dat deed jij als kind toch ook en wat is er verkeerd aan?
Daarnaast is het ook belangrijk om je verwachtingen aan te passen aan de leeftijd van je kind. Een peuter van 1,5 jaar kan waarschijnlijk geen uur aan een stuk stil blijven op zijn stoel als je op restaurant gaat. Hou daar rekening mee en bedenk vooraf hoe je dit gaat oplossen.