Waarom altijd competitie? Dat lijkt zo ingebakken, al van kleins af aan. Om ter eerst in de auto. Wie vind jij de mooiste? Wie laatst is, moet weet-ik-veel-wat doen. Het zijn voorbeelden van zinnen die ik de laatste tijd soms hoorde passeren. En mijn kinderen gaan dan geen eens naar school. Waar de competitie constant heerst van maaltafelkampioen over rapporten tot sportwedstrijdjes.
Elke keer zeg ik dat het leven geen race is. Dat gewoon in de auto zitten ook al goed is. Dat iedereen mooi is op zijn manier. En dat wie laatst is, er ook nog altijd is.
Maar het brengt me dus wel bij de vraag waarom alles een competitie moet zijn. Waarom we altijd het beste, het eerste, het meeste, het mooiste moeten zijn of hebben. De druk die dat geeft. Jongens toch… En een gevolg is dan ook dat we met z’n allen de schone schijn hoog houden. 100 selfies trekken om de mooiste te kiezen en op social media te zetten. Misschien nog met een filtertje erover. De hoogtepunten delen van onze dag zelfs al was dat maar 5% van een – voor de rest – vreselijke dag.
En waarom eigenlijk? Voor wie? Om met z’n allen onderuit te gaan? Te zwichten onder de druk? Om onze kinderen op te zadelen met een enorme verwachting waar ze misschien moeilijk aan kunnen voldoen? Klinkt niet zo aanlokkelijk, wel?
En nee, ik heb nu geen kant-en-klare tips die ik kan geven. Enkel de bewustwording heb ik te geven. Om zelf wat minder in de competitiemodus te gaan. Voor jezelf en je kind(eren).