Of toch 5 eigenschappen die je volgens mij best kan hebben. 😉 Want ik geloof niet dat huisonderwijs voor iedere ouder geschikt is. Maar wat ik ook niet geloof, is dat je een (gewezen) leerkracht moet zijn, dat je een uitgebreide kennis moet hebben van alles, dat je supergeorganiseerd moet zijn of dat je een hele bergruimte vol materiaal nodig hebt.
Het belangrijkste is en blijft dat je jezelf bent. En de volgende vijf dingen zijn ook wel handig:
1. Graag bij je kinderen zijn
Nogal wiedes waarschijnlijk en vaak ook al direct het punt waar het bij velen spaak loopt. Want ja, je kan moeilijk huisonderwijs geven als het te veel voor je is om vaak bij je kinderen te zijn. Ik wil niet beweren dat je 24/7 beschikbaar moet zijn, maar wel een (groot) deel van de tijd natuurlijk en dan kan je er maar beter plezier in hebben. Hoewel ook dat niet altijd hoeft. We weten allemaal dat ouderschap met momenten heel lastig kan zijn en dat we er dan niet met de volle goesting invliegen. Dat is helemaal oké. Niemand is perfect.
Ik geloof er sterk in dat met je kinderen samen zijn in een huisonderwijssituatie helemaal anders is dan in een schoolsituatie. Daarnaast heeft het soms ook tijd nodig om te wennen aan elkaar en om te zoeken naar een ritme. Schrijf het huisonderwijs dus niet meteen af enkel en alleen omdat je het nu (soms) lastig vindt om tijd door te brengen met je kind(eren).
2. Leergierig zijn
Zoals ik al eerder zei, moet je helemaal niet alles weten. Niet inhoudelijk en ook niet over hoe je dat huisonderwijs dan precies aanpakt. Wat veel belangrijker is dat je het wel wilt leren. Ik heb in de afgelopen 7 jaar al zoveel geleerd enkel en alleen door met een open en leergierige blik in het leven te staan. Dankzij mijn dochters welteverstaan want daarvoor had ik dat minder. Niet dat het afwezig was, maar toch minder aanwezig in ieder geval.
En met leergierig zijn, bedoel ik niet alleen het ontdekken van antwoorden op de vragen van je kind(eren) of het bijleren over hun interesses. Ik bedoel ook dat je je eigen talenten en passies (her)ontdekt en er iets mee doet. Kinderen leren enorm veel door te imiteren, door te kijken naar een rolmodel. En dat ben jij hoe dan ook. Geef dus het voorbeeld en leer iets bij omdat jij dat interessant vindt. Laat zien hoe ook jij moet oefenen om iets te kunnen. Hoe het soms mislukt en je toch opnieuw probeert. Hoe je fouten maakt.
3. Je weinig aantrekken van wat anderen zeggen
Misschien nog wel het allermoeilijkste van de vijf. Of voor mij was dat toch. Kijk, ik ben nog nooit een vreemde persoon tegengekomen die recht in mij gezicht zei dat het maar een vreemde keuze was, dat huisonderwijs. Ofwel zijn ze positief, ofwel zijn ze verrast. Maar mensen die dichterbij staan, kunnen wel kritischer zijn. Daar ga je best zo krachtig mogelijk mee omgaan.
Weet dat jij een keuze maakt, dat die als “speciaal” beschouwd wordt in onze huidige maatschappij en dat er dus meningen over gaan zijn. Weet ook dat die er niet toe doen en dat het enkel jouw mening en die van de mensen in je gezin zijn dat tellen.
Je wordt daar trouwens beter in, in je dat niet aantrekken. En zeker als je wat meer gaat vertoeven in huisonderwijskringen. Hoe vaker je andere huisonderwijzers ziet, hoe minder raar dat je je gaat voelen, hoe zekerder dat je je voelt bij je keuze.
Waar ik het eerst lastig vond om in de winkel te antwoorden dat we huisonderwijs geven, zie ik het ondertussen als mijn missie om mensen te laten weten dat dat ook een optie is. En ja, soms is dat nog altijd wat onzeker dat ik dat vertel, maar meestal niet meer. Meestal voel ik trots.
Wees trouwens voorbereid om de vraag “Ah, geen school vandaag?” ontelbaar veel keren te horen in de winkel.
4. Loslaten van overtuigingen
Zelf kritisch kunnen nadenken over jezelf en je ideeën en ze vervolgens loslaten als dat nodig blijkt te zijn. Het komt terug in zowat elke coachingsbabbel die ik al met huisonderwijzende mama’s had: we leren zoveel over onszelf en komen onszelf vaak tegen. Het is echt niet gemakkelijk om jezelf een spiegel voor te houden en er conclusies uit te trekken. Nog heel vaak moet ik tegen mezelf zeggen dat het oké is. Dat ze niet nog één extra oefening hoeft te maken. Dat het wel zal komen als de tijd rijp is. Dat ze niet hoeft te bewijzen dat ze iets kan. Dat zijn mijn innerlijke processen die gaande zijn. Het is mijn pad dat ik zelf moet afleggen in ons huisonderwijsverhaal.
Denk dus niet dat het vooral je kind is dat veel gaat bijleren. 😉
5. Je best doen
Je moet niet perfect zijn. Je moet niet doen wat ik of die andere huisonderwijzers doen. Je moet vooral je best doen om het te doen zoals het bij jullie past. En je moet het ook niet allemaal doen. Kijk waar je om te beginnen je tijd en energie in gaat steken en focus daarop. De rest kan later nog of je vraagt daarbij hulp.
Er (bijna) elke dag voor gaan en er het beste van maken is zoveel meer waard dan het streven naar perfectie. Je gaat jezelf voorbij lopen en daar heeft niemand wat aan.