Simon Nicholson, een architect, formuleerde in de jaren 70 een theorie: de theorie van loose parts. Loose parts zijn voorwerpen die we kunnen aanpassen, verplaatsen, manipuleren… Zo’n voorwerpen stimuleren onze creativiteit. Wat die loose parts dan precies zijn, daar bestaan geen afspraken over: natuurlijke materialen of door mensen gemaakt, groot of klein, van plastic of van hout… Het kan allemaal.
Het is geweldig voor (jonge) kinderen om met loose parts te spelen. Het zorgt ervoor dat ze creatief zijn en laat hun verbeelding volop werken. Het nodigt uit om zelf nieuwe spelmogelijkheden te bedenken, om te sorteren, om dingen te bouwen…
Uiteraard wou ik dat eens met mijn eigen ogen gezien hebben. Ik zocht het grootste dienblad uit dat ik nog had (al is het eigenlijk te klein) en legde er allemaal verschillende voorwerpen in. Vanaf dag één was het een succes bij ons en nu, een dikke week later, neemt ze het nog bijna dagelijks uit de kast.
Ik kocht niets nieuw, zocht gewoon wat materialen bij elkaar die ik al in de kast had liggen.
Dit is wat er op haar plateau ligt:
- een wasbol
- houten kralen
- kurken stoppen
- een kommetje
- veters
- wasknijpers
- schijfje om bingo mee te spelen
- stenen
- kristallen
- een grijper van dit set
- blokjes
- dennenappel
- de driehoekige blokjes van dit spel
De wasknijpers hebben in combinatie met de veters al dienst gedaan als slang. De potjes werden al gebruikt om te sorteren. Met het grijpertje probeerde ze al blokjes te vangen.
Ik zou het ideaal vinden om een grotere bak te voorzien, maar voorlopig hebben we daar niet echt plaats voor.
Deze post bevat partnerlinks die jou niks kosten.